Volgens artikel 2.1 van de Mediawet bestaat de publieke mediaopdracht op regionaal niveau uit het op dat niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod op het terrein van informatie, cultuur, educatie en verstrooiing, via alle beschikbare aanbodkanalen.
De publieke mediadiensten moeten daarbij voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse regionale samenleving waarbij het aan te bieden media-aanbod aan belangrijke voorwaarden moet voldoen.
Het media-aanbod van de publieke omroep is zodanig dat het: evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud;
Andere voorwaarden zijn dat het programma-aanbod van de algemene programmakanalen van de regionale publieke mediadiensten via omroepzenders verspreid wordt naar alle huishoudens in het verzorgingsgebied waarvoor de programma’s zijn bestemd.
Bij de uitvoering van de publieke mediaopdracht volgen en stimuleren de publieke media-instellingen technologische ontwikkelingen en benutten de mogelijkheden om media-aanbod aan het publiek aan te bieden via nieuwe media- en verspreidingstechnieken.
Het medialandschap verandert in rap tempo:
Het beloningsbeleid van de medewerkers is geregeld in de cao voor het omroeppersoneel. Voor de bestuurder wordt een beloningsbeleid gevoerd conform de WNT.